De laatste ronde van de klimaatonderhandelingen van de Verenigde Naties, bekend als COP30, is van start gegaan in Belém, Brazilië, onder een atmosfeer vol spanning en onzekerheid. Met afgevaardigden uit vrijwel alle landen (behalve de VS) vormen deze gesprekken een cruciaal moment, waaruit blijkt hoe het veranderende geopolitieke landschap van de wereld haar vermogen om de escalerende klimaatcrisis aan te pakken, zal beïnvloeden.
De inzet is onmiskenbaar hoog. COP30 komt tegen de achtergrond van mondiale onrust op energiegebied en gebroken internationale samenwerking. Het Akkoord van Parijs, een historisch akkoord uit 2015 dat tot doel heeft de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius boven het pre-industriële niveau (idealiter 1,5 graden), staat op het spel. Dit ogenschijnlijk kleine temperatuurverschil vertaalt zich in diepgaande gevolgen: frequentere en hevigere hittegolven, hevigere droogtes en bosbranden, een stijgende zeespiegel en een wijdverspreide ineenstorting van ecosystemen.
Een naderende deadline en verschuivend zand
De COP30 van dit jaar heeft bijzonder veel gewicht omdat het een deadline markeert voor landen om herziene nationale klimaatactieplannen in te dienen – bekend als Nationaal bepaalde bijdragen (NDC’s) – in lijn met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Meer dan 110 landen hebben dit al gedaan, maar veel van deze toezeggingen blijven onvoldoende om een catastrofale opwarming te voorkomen. Cruciaal is dat verschillende belangrijke spelers hun toezeggingen nog niet hebben gedaan, wat een schaduw werpt over het hele proces.
Daartoe behoren de Verenigde Staten, historisch gezien de grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld en momenteel de op een na grootste vervuiler. Het besluit van president Trump uit 2017 om zich terug te trekken uit de Overeenkomst van Parijs heeft een flinke klap uitgedeeld, waarbij niet alleen een cruciale belofte werd opgegeven, maar ook de internationale samenwerking in gevaar werd gebracht. Hoewel de VS geen officiële delegatie naar de COP30 sturen, zendt de afwezigheid ervan een zorgwekkende boodschap uit over hun inzet voor mondiale klimaatactie.
Naast de terugtrekking van de VS liggen er nog andere uitdagingen op de loer. Een golf van nationalistisch sentiment bedreigt het multilateralisme – de basis waarop mondiale overeenkomsten zoals de Overeenkomst van Parijs berusten. De snelle opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) drijft de vraag naar energie op, wat aanleiding geeft tot zorgen over een daarmee gepaard gaande toename van de uitstoot. Zelfs goedbedoelende figuren als Bill Gates hebben onlangs de klimaatrisico’s gebagatelliseerd terwijl ze de ontwikkeling van AI verdedigden, waarbij ze de complexe en vaak tegenstrijdige prioriteiten benadrukten die een rol spelen.
Een precaire evenwichtsoefening: aanpassing, financiering en mitigatie
De COP30-agenda pakt deze veelzijdige uitdagingen frontaal aan. Afgevaardigden worstelen met de vraag hoe ze de financiering voor klimaatadaptatieprojecten kunnen opschalen – om gemeenschappen te helpen omgaan met de toch al onmiskenbare gevolgen van klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden en de stijgende zeespiegel. Even urgent is het veiligstellen van een mechanisme om jaarlijks 1,3 biljoen dollar aan financiering te mobiliseren zodat ontwikkelingslanden kunnen overstappen op schone energiebronnen en veerkracht kunnen opbouwen tegen de escalerende gevolgen van de klimaatverandering.
Tegelijkertijd zullen de onderhandelingen zich richten op het opvoeren van de inspanningen om de uitstoot te verminderen – wat bekend staat als mitigatie. Dit omvat onder meer het uitfaseren van fossiele brandstoffen, die nog steeds de belangrijkste oorzaak zijn van de opwarming van de aarde, en het versnellen van de inzet van hernieuwbare energietechnologieën zoals zonne- en windenergie.
Hoewel recente emissieprojecties suggereren dat het beperken van de opwarming tot 1,5 graden Celsius nu waarschijnlijk onhaalbaar is, blijft het vermijden van een catastrofale opwarming boven de 2 graden Celsius binnen handbereik. Om dit te bereiken zal echter snelle en beslissende actie nodig zijn van elk land, en niet slechts van een select groepje.
COP30 dient als een grimmige herinnering dat de klok tikt bij het afwenden van een klimaatcatastrofe. Of dit cruciale moment een keerpunt markeert in de richting van collectieve actie of een verdere afdaling in actieloosheid – een toekomst die wordt bepaald door steeds vaker voorkomende en ernstigere extreme weersomstandigheden en een trapsgewijze ecologische ineenstorting – valt nog te bezien. De wereld kijkt toe en wacht op tekenen van leiderschap te midden van stuifzand.




































