Een nieuwe studie suggereert dat een hoge consumptie van ultra-bewerkte voedingsmiddelen (UPF’s) kan bijdragen aan het toenemende aantal gevallen van darmkanker bij vrouwen onder de 50 jaar. Onderzoekers vonden een significante correlatie tussen diëten die rijk zijn aan UPF’s en het vroege ontstaan van conventionele adenomen – een soort poliep die zich tot kanker kan ontwikkelen.
De groeiende bezorgdheid over beginnende darmkanker
Het aantal darmkankers stijgt onder jongere bevolkingsgroepen, wat aanleiding geeft tot onderzoek naar mogelijke bijdragende factoren. Hoewel genetica en levensstijl een rol spelen, zijn voedingsgewoonten een cruciaal aandachtsgebied geworden. Deze studie, uitgevoerd door onderzoekers van het Massachusetts General Hospital, draagt bij aan het toenemende bewijs dat UPF’s verband houden met nadelige gezondheidsresultaten.
Wat zijn ultrabewerkte voedingsmiddelen?
UPF’s zijn industrieel vervaardigde producten die zijn ontworpen voor gemak en smakelijkheid. Ze bevatten doorgaans minimale onbewerkte voedingsmiddelen, vezels en essentiële voedingsstoffen, terwijl ze veel verzadigd vet, suiker, zout en kunstmatige toevoegingen bevatten. Veel voorkomende voorbeelden zijn verpakte snacks, suikerhoudende dranken, vleeswaren en kant-en-klare maaltijden.
De onderzoeksresultaten
Onderzoekers analyseerden gegevens van bijna 30.000 vrouwelijke verpleegsters die deelnamen aan de Nurses’ Health Study II. Deelnemers die de hoogste hoeveelheid UPF’s consumeerden (gemiddeld bijna 10 porties per dag) hadden een 45% groter risico op het ontwikkelen van conventionele adenomen met vroege aanvang vergeleken met degenen met de laagste inname (ongeveer 3 porties per dag).
Met name werd in het onderzoek geen een verband gevonden tussen de consumptie van UPF en een ander type poliep, namelijk gekartelde laesies. Dit suggereert dat het verband tussen UPF’s en de darmgezondheid specifiek kan zijn voor bepaalde polieptypes.
Waarom dit belangrijk is
De toenemende prevalentie van UPF’s in moderne diëten is een groot probleem voor de volksgezondheid. Deze voedingsmiddelen zijn vaak goedkoper, toegankelijker en worden veel op de markt gebracht, waardoor ze voor velen een basisproduct zijn. De studie benadrukt de mogelijke langetermijngevolgen als prioriteit wordt gegeven aan gemak boven voeding.
Potentiële mechanismen
Onderzoekers suggereren verschillende manieren waarop UPF’s kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van poliepen:
- Metabole stoornissen: UPF’s zijn gekoppeld aan obesitas en diabetes type 2, beide risicofactoren voor darmkanker.
- Chronische ontstekingen: Deze voedingsmiddelen kunnen systemische ontstekingen bevorderen, een belangrijke oorzaak van de ontwikkeling van kanker.
- Verstoring van het darmmicrobioom: UPF’s kunnen een negatieve invloed hebben op het darmmicrobioom, waardoor de darmwand verandert en de ontsteking toeneemt.
Beperkingen en toekomstig onderzoek
Het onderzoek was gebaseerd op zelfgerapporteerde voedingsgegevens, die mogelijk onderhevig zijn aan terugroepfouten. Bovendien werd niet rechtstreeks de incidentie van kanker gemeten, maar eerder de ontwikkeling van voorloperpoliepen. Toekomstig onderzoek zou het verband tussen UPF’s en darmkanker in grotere, meer diverse populaties moeten onderzoeken.
Beleidsimplicaties
Deskundigen benadrukken de noodzaak van veranderingen op beleidsniveau om gezondere voeding te bevorderen. Dit omvat onder meer het verminderen van de betaalbaarheid van UPF’s, het verbeteren van de toegang tot verse, onbewerkte voedingsmiddelen en het reguleren van de marketing van ongezonde producten.
“Ons algehele dieet is belangrijker voor het risico op kanker dan welk type voedsel dan ook”, zegt Fiona Osgun, hoofd gezondheidsinformatie bij Cancer Research UK.
Hoewel deze studie niet bewijst dat UPF’s kanker veroorzaken, voegt het overtuigend bewijs toe aan de groeiende hoeveelheid onderzoek die deze voedingsmiddelen in verband brengt met nadelige gezondheidsresultaten. Het verminderen van de UPF-consumptie kan een cruciale stap zijn in het voorkomen van darmkanker op jonge leeftijd en het verbeteren van de volksgezondheid



































